top of page
L1007372.jpg

© Peter Janssen/ Krachtigkaal

DIDO ÆNEAS US & ALL

 

​

Avant-première: 12 & 13 februari 2022 - Scenario Pubblico (IT)

Première: 19 Februari  2022 - Schouwburg De Lawei (NL)

​

Europese Tour - Februari/ Mei 2022

​

Muziek:

Henry Purcell's

Dido en Aeneas

​

Dansers:

Samir Calixto en Erika Poletto

Lichtontwerp: Pavla Beranovà

​

​

Dido Æneas Us & All is een coproductie van  Matter Affects  (NL), Scenario Pubblico (IT),

Schouwburg de Lawei (NL) ,StepText Project (DE),

Dansverkstæðið (IS) & Ungmennafélag Stokkseyrar (IS)

​

Mede mogelijk gemaakt door Fonds Podiumkunsten, BNG Cultuurfonds en Gravin van Bylandt Stichting

​

 

​ 'Laat losjes los. Dit is een van de grootste geheimen van geluk in de liefde. Voor elke Romeo en Julia-tragedie die voortkomt uit de externe omstandigheden van de twee partijen, ontstaan ​​er duizend tragedies door de omstandigheden die door de geliefden zelf zijn gecreëerd. Omdat ze zelden het moment of de manier kennen om elkaar te 'grijpen', zo weten ze nog zeldzamer de weg of het moment om los te laten. '

AR Orage - Over liefde

 

 

​

In de tweede helft van de zeventiende-eeuwse Britse componist Henry Purcell schreef wat een van de belangrijkste opera's van de barok zou worden. Dido en Aeneas vormden toen niet alleen een mijlpaal in het genre, maar blijven nog steeds een mijlpaal in de muziekgeschiedenis en in de westerse cultuur. Het werk, geïnspireerd door de boeken V en VI uit Virgil's Aeneis, concentreert zich op de tragische liefdesgeschiedenis tussen de titelpersonages, maar reikt toch veel verder dan dat.

Door in dit epische werk de grenzen tussen romantische en spirituele liefde te zoeken, zal choreograaf Samir Calixto zich wagen tijdens de reis om dit nieuwe stuk te maken. Door te kijken naar ons eeuwige verlangen naar onze wederhelft, en toch naar de merkwaardige paradox van iemands onvermijdelijke gevoel van eenzaamheid als die eenmaal gevonden is, zal deze nieuwe choreografie liefde vanuit een groter spectrum bekijken: onze beperkte visie op liefde die nooit bevredigd is versus een bredere, universele liefde die ligt in wederzijdse vrijheid en het begrijpen van onze plaats binnen een groter schema - een thema dat zo terugkomt in het oeuvre van de choreograaf.

In dit nieuwe stuk definieert het accepteren van de eigen inherente eenzame staat, in bijna vrijwillige isolatie, een persoonlijke reis om een ​​meer bewust mens te worden. Twee dansers - Calixto zelf en Italiaanse danseres Erika Poletto - wagen zich op deze fysieke reis waar de intensiteit van dans zal onthullen wat de vele schakeringen en ervaringen van liefde kunnen zijn, in een diepgaande zoektocht naar de grootste betekenis ervan.

​

​

VANUIT DE PERS:

​

​

'Dido Æneas Us & All is een beeldenrijke, meeslepende voorstelling, gedragen door de prachtige muziek van Purcell (...) het is bepaald geen makkelijk te doorgronden werk, maar dat maakt het niet minder fascinerend. Calixto zoekt in zijn werk naar de verbinding van het algemeen menselijke met een grotere kosmische waarheid. Deze voorstelling is daar een intrigerende proeve van.'

Theaterkrant

​

​

"Liefde beperkt en begrenst ons, maar tegelijkertijd bevrijdt zij ons in ons meest authentieke wezen en potentieel, versterkt zij ons in onze diepste vitaliteit of deprimeert zij ons tot het punt van doden (...) Calixto presenteerde zich aan het Cataanse publiek met een krachtige, conceptueel complexe en intellectueel uitdagende voorstelling."

 

Gli Stati Generali

​

​

"Calixto has used Purcell’s opera in its entirety on which to base his piece but apart from that he did everything himself – choreography, performing and designing. And, daunting though the task may appear, he has accomplished it brilliantly. (...)  Dido Aeneas Us & All is more than an outstanding piece of dance – it is powerful drama and exciting theatre and bodes well for Samir Calixto and his new company'."

​

ArtsTalk Magazine

 

Liefde en de onzichtbare apocalyps

 

 

        Het valt niet te miskennen: alles wat we in deze dagen doen en zeggen is doordrongen van de ernst van onze huidige situatie, waarin we geconfronteerd worden met de lange termijn effecten van een pandemie, de zichtbare gevolgen van onze verwaarlozing van onze planeet, en met veelomvattende verschijnselen die ons begrip te boven gaan. Ontsnappen aan het zog van deze overweldigende golven van verandering is niet langer een optie.

         Een vergelijkbare concentratie van veranderingen vormde de context waarin de opera Dido en Aeneas werd gecomponeerd. In die tijd onderging onze wereld een radicale verschuiving in de manier waarop we de verschijnselen rondom ons begrepen en onszelf in een groter geheel plaatsten. Terwijl de Oude Wereld de grenzen van zijn imperia verder oprekte tot aan de andere zijden van de oceanen, beleefde de mensheid een reeks gebeurtenissen die historisch bekend staat als de Wetenschappelijke Revolutie. Deze vond plaats op vele terreinen, maar cruciaal voor deze verschuiving waren zeker ook de ontwikkelingen in de astronomie. Het heliocentrische model van Copernicus vormde een omwenteling in hoe we tot nog een eeuw daarvoor hadden aangekeken tegen onze plaats in het universum. Galileo gebruikte de net uitgevonden telescoop om deze ontdekkingen te staven. En Johannes Kepler probeerde fundamentele wetten te beschrijven die de ongerijmdheden tussen het wetenschappelijke en het spirituele domein met elkaar zouden kunnen verzoenen.

Velen van ons voelen dat we op dit moment op een vergelijkbare drempel staan. Het is een moment waarop het begrip van onze plaats in een groter geheel ter discussie staat, wat ons dwingt om een dieper inzicht in onze eigen natuur te verwerven. Een tijdperk van opperste verwarring ook, waarin elk gevoel van (valse) zekerheid onder druk is komen te staan. Maar het is ook een tijd die als uiterst vruchtbaar kan blijken voor het ontwikkelen van nieuwe paradigma’s en, wie weet, de ontsluiting van een vorm van kennis die meer omvattend is.

         Dit is precies wat achter de wortels van het woord ‘apocalyps’ schuilt. In sommige van de oudste religieuze concepten verwijst de term naar een visie van verborgen geheimen die betekenis kunnen geven aan aardse werkelijkheden. Daarbij kán het gaan om catastrofes en rampen – maar niet noodzakelijkerwijs. Een apocalyps kan zich ook manifesteren in vormen die niet zichtbaar zijn voor onze ogen, maar enkel als inzicht waarneembaar zijn voor degenen die bereid en in staat zijn de tekenen te verstaan. Een dergelijke verschuiving in onze samenleving lijkt nu op handen te zijn, ondanks alle pogingen om vast te houden aan oude gewoontes en sociale, economische en persoonlijke structuren die hun ondeugdelijkheid al bewezen hebben. Natuurkrachten die onze macht te boven gaan lijken echter des te sterker de aarde in een richting te sturen die onafhankelijk is van onze wil.

        Bezien vanuit dat perspectief is het niet vergezocht om te stellen dat we op dit moment in behoorlijk apocalyptische tijden leven. Het gaat hierbij niet om het einde van de wereld als zodanig, maar om het einde van de wereld zoals we die kennen. Het is geen ‘apocalyps’ die lijkt op wat we kennen uit potsierlijke rampenfilms, of zoals die wordt voorgesteld in de christelijke literatuur. Hij is langzaam, verradelijk stil, en vrijwel onzichtbaar.

         In kritieke tijden als deze ontstaat er een urgentie om scherper naar onszelf te kijken en onze verhouding met de wereld en de mensen om ons heen opnieuw te definiëren. De diepgaande veranderingen die zich aandienen confronteren ons met de beste en de slechtste kant van onszelf, wat vaak duidelijk wordt in onze relatie met onze geliefden. Als deel van deze onvermijdelijke herijking van wie wij zijn, worden we in alle hevigheid geconfronteerd met ons (on)vermogen om lief te hebben en geliefd te worden. Of zelfs nog fundamenteler: met de vraag wat echte liefde is. Als we die vraag in alle eerlijkheid proberen te beantwoorden, realiseren we ons dat we liefde normaal gesproken beschrijven als een keten van chemische reacties, hevig beïnvloed door psychofysische en sociale omstandigheden. We beseffen echter ook dat echte liefde dieper kan gaan, en zelden voorkomt. En bovenal: dat ze kan zich enkel voordoet wanneer -en als- we ons er bewust op voorbereiden.

         Dido en Aeneas is een mythe over de liefde. Zoals alle mythes vertelt ze iets waars over onze eigen natuur. Dit geldt ook voor Purcell’s opera, die de tand van vele eeuwen heeft doorstaan dankzij zijn heldere emotionele gelaagdheid, geniale compactheid en duizelingwekkende muziek. De gedoemde liefdesgeschiedenis tussen de protagonisten is van archetypische statuur, en de tragedie van hun scheiding wordt door Purcell neergezet met een schrijnendheid die zijn gelijke niet kent. Maar wat ook opmerkelijk is –en dat gegeven vormt de kern van deze nieuwe voorstelling- is hoezeer de hoofdrolspelers een speelbal lijken te zijn van hogere machten waar zij geen invloed op kunnen uitoefenen. Wat hun geluk bedreigt blijft onzichtbaar en daardoor ook ongrijpbaar. Er zijn heksen, stormen, visioenen…. stuk voor stuk allegorieën voor (boven)natuurlijke krachten aan het werk. We kunnen ze interpreteren als metaforen voor onze onmacht wanneer we ons met het onbekende geconfronteerd zien, wat te wijten valt aan ons onvermogen om de dynamiek te begrijpen die in ons woedt en alles om ons heen beweegt.

       Dit is een gegeven dat we moeten onderkennen. Niet-weten is een intrinsiek deel van onze menselijke ervaring. De kennis van vele wetenschappelijke en spirituele principes ligt nog altijd buiten het bereik van de meesten van ons, en dit krijgt nog meer gewicht wanneer we de correspondentie ontkennen tussen wat er gebeurt in onze microsfeer en in het wijde universum. Oude beschavingen lijken dit beter te hebben begrepen, en een voorbeeld hiervan zien we precies in de crisis die we in deze tijd beleven. Hierin ervaren we hoezeer de onzichtbaarheid van een dreiging, opgeteld bij de hulpeloosheid die onze eigen onwetenheid al met zich mee brengt, deze dreiging nog gevaarlijker maakt dan ze van zichzelf al is. We zien onze zekerheden voor onze ogen verschrompelen, net zoals de liefdesrelaties tussen vele ‘Dido’s en Aeneassen’, net zoals vele keizerrijken en beschavingen door de eeuwen heen verschrompelden. Moeten we ons tegen deze golven van verandering verzetten, of hen juist omarmen?

         In het licht van al het voorgaande mag het duidelijk zijn dat deze nieuwe voorstelling verder gaat dan de ongelukkige liefdesgeschiedenis van Dido en Aeneas. Ze raakt aan de worsteling van US, temidden van het ALL. Het is een poging (en ook een kans) om in een tijdperk dat gekenmerkt wordt door onrust op vele gebieden, de gecompliceerde emoties die we liefde noemen opnieuw te ijken, en te onderscheiden van universele liefde: een vorm van liefde die onszelf overstijgt en deel uitmaakt van elke materiële en immateriële manifestatie in ons universum.

       Dit omvat wat onze ogen, een telescoop, een microscoop, een ruimtevaartmissie, kunnen zien, maar ook wat zij niet kunnen zien. Het maken van dit onderscheid kan ons helpen om te realiseren dat de manier van leven van de hedendaagse mens niet overeenkomt met de transformatieve behoeftes van de natuur. Wat wij beschouwen als een tragedie is misschien wel niet meer dan de natuurlijke, evolutionaire loop der dingen… of een vreemde manifestatie van een grotere liefde, uitgedrukt door het mysterie van constante creatie. Het is een idee dat heel ver verwijderd is van ons normale manier van begrijpen, die wordt beheerst door onze angst voor de confrontatie met de eindigheid der dingen, als deel van een natuurlijk, noodzakelijk proces.

         Ditzelfde geldt voor wat we kunnen horen in Purcell’s diepzinnige muziek. Als we goed luisteren, zouden we flarden kunnen opvangen van muziek uit de sferen die constant om ons heen zingen en dansen, manifestaties van een grotere liefde die ontstijgt aan wat, op de schaal van het universum, gebeurtenissen van een andere orde zijn. Het is allemaal aan ons, aan hoeveel we wensen te zien, te horen… en los te laten.

 

         Samir Calixto

bottom of page